Christian Scholl en Serdar Türkeli, allebei bevlogen over klimaatbeleid, zijn de eerste directeuren van de Nederlandse afdeling van het 89 Initiative. Wat zijn hun plannen voor hun eerste jaar aan het hoofd van de denktank, en wat vinden ze van de Europese Green Deal?
‘Coöperaties hebben veel potentie om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling, maar die potentie wordt onvoldoende benut’, zegt Christian Scholl, universitair docent aan het Maastricht Sustainability Institute en onlangs benoemd tot mededirecteur van de Nederlandse afdeling van het 89 Initiative.
Het onderzoek van Scholl gaat over kleinschalige pogingen om duurzaamheid te bevorderen, zoals groepen burgers die gezamenlijk investeren in zonnepanelen. Bij het 89 Initiative gaat hij het onderzoeksprogramma democratie leiden. ‘Waar mogelijk wil ik het koppelen aan klimaat’, zegt Scholl, ‘en specifiek aan de bijdrage die coöperaties kunnen leveren aan de energietransitie en welk EU-beleid nuttig kan zijn om dat te stimuleren.’

‘Veel mensen denken dat geld klimaatproblemen kan oplossen, maar zo eenvoudig is het niet, voegt zijn mededirecteur Serdar Türkeli, directeur van het onderzoeksprogramma klimaat en onderzoeker aan UNU-MERIT, een samenwerking tussen de VN en de Universiteit Maastricht, toe. ‘Geld kan nuttig zijn om problemen op te lossen, maar het kan ook destructief zijn.’
Als klimaatadaptatie bijvoorbeeld de dominante strategie wordt, kan het leveren van diensten aan getroffen regio’s een nieuwe markt worden die door bedrijven kan worden geëxploiteerd. ‘Van dat experiment moeten we wegblijven’, vindt Türkeli.
‘Gezien de problemen is de European Green Deal geen radicaal plan’
Beiden zijn momenteel bezig met het werven van een team beleidsmedewerkers om hen te helpen bij het onderzoek van 89 Initiative, een pan-Europese denktank die een nieuwe Europese generatie denkers en beleidsmakers wil mobiliseren. ‘Ik zie onze rol als het voeden van het debat met kennis en het inspireren van mogelijk beleid, zegt Scholl. ‘We zullen samenwerken met studenten en jongere generaties, en natuurlijk contact hebben met beleidsmakers in Brussel.’
De laatste tijd worstelen EU-beleidsmakers met de implementatie van de Europese Green Deal, een 24-pagina’s tellend document dat de ambitie schetst voor een klimaatneutrale EU in 2050.
‘Vanuit het perspectief van beleidsmakers is het een radicale deal’, zegt Türkeli. Maar, voegt hij er snel aan toe: ‘Vanuit het perspectief van de problemen niet. Al deze ingrepen zijn vijftig jaar te laat. Maar ik waardeer de inspanning, want het is moeilijk om beleidsmakers bij elkaar te brengen en consensus te vinden.’
‘Een van de belangrijkste tekortkomingen van de New Green Deal is het concept van net zero’, stelt Scholl. De EU wil in 2050 een economie zijn die netto nul broeikasgassen uitstoot. ‘Dat betekent niet: we willen stoppen met de uitstoot van CO2’, legt Scholl uit. ‘Het betekent simpelweg: we willen netto geen CO2 meer uitstoten hier, op ons continent. Emissies die moeten plaatsvinden, compenseren we door bijvoorbeeld elders bomen te planten.’

Het is een strategie die veel vragen oproept, zegt Scholl. ‘Laten we aannemen dat de EU tegen 2050 netto nul-emissies bereikt – hoe ziet de rest van de wereld eruit? Ik ben benieuwd naar de visie van de EU daarop’, zegt Scholl.
Onderzoeksdirecteur klimaat Türkeli signaleert een ander belangrijk probleem met de Green Deal: het gebrek aan burgerparticipatie. ‘Er is een vorm van online openbare raadpleging – je kunt op een link klikken en je ideeën achterlaten – maar het is heel beperkt.’
‘Bedrijven en overheden willen dat burgers duurzamer gaan leven, maar blijven zelf vies’
Dat is kenmerkend voor EU-beleidsvorming, zegt Scholl. ‘Al decennialang is een van de belangrijkste punten van kritiek op de EU de enorme afstand tussen burgers en de nogal bureaucratische EU-instellingen. Dat fundamentele probleem bestaat nog steeds.’
Het gebrek aan participatie bemoeilijkt het publieke debat over klimaatbeleid en verantwoordelijkheden, vinden beiden. ‘Mensen krijgen de indruk dat bedrijven en overheden hen disciplineren: ze verwachten dat burgers duurzamer leven, maar blijven zelf vies’, zegt Türkeli. ‘De boodschap is: jullie zijn met te veel en stoten te veel uit, maar aan de top hebben we lol met de grondstoffen en fossiele brandstoffen.’
Scholl is het daarmee eens. ‘Burgerparticipatie wordt vaak gezien als proberen burgers te laten doen wat jij wilt, bijvoorbeeld hun voetafdruk te verkleinen. Je hoort nooit over de deelname van burgers aan het beheersen van de uitstoot van de industrie. Dat geeft aan hoe beperkt we denken over participatie. Je zou ook burgerraden kunnen vormen en hen invloed geven in bijvoorbeeld de jaarplannen van Shell.’
Bio
Dr. Christian Scholl is universitair docent aan het Maastricht Sustainability Institute van de Universiteit Maastricht. Zijn onderzoek richt zich op stedelijke duurzaamheid en participatieve en collaboratieve vormen van bestuur. Bij 89 Nederland gaat hij het onderzoeksprogramma democratie leiden.
Serdar Türkeli doet beleidsonderzoek aan de United Nations University-Maastricht Economic and Social Research Institute on Innovation and Technology (UNU-MERIT). Bij 89 Nederland gaat hij het onderzoeksprogramma klimaat leiden.